Bobby Petta verloor al zijn geld. "Ik kan nu wel brood kopen"

Bobby Petta debuteerde als jongeling in het eerste elftal van Feyenoord, maar vervolgens bleef het hierbij. De aanvaller kwam vervolgens bij vele clubs uit, waaronder diverse jaren bij het Schotse Celtic, de tegenstander van Feyenoord volgende week.

Hij stak clubheld Ulrich Van Gobbel een keer de gek aan, waarna zijn medespelers de pik op hem leken te krijgen, zo zegt hij tegen 1908.nl . "Ze bleven me maar schoppen en trappen. Dat hield maar niet op. Zelfs Willem van Hanegem en Geert Meijer, de trainers, grepen niet in. Ze wilden mij een lesje leren. Kijken hoe sterk ik was. Maar daarmee bereikten ze het tegenovergestelde. Ik verloor mijn eigen identiteit." Toch kwam het goed met de oud-voetballer. "Er is altijd een manier om eruit te komen. Je moet alleen even uitzoeken wat de juiste manier is." Die weg was lang voor Petta. Hij joeg zijn geld er doorheen en investeerde bij de verkeerde mensen. "“Het was…heel veel. Ik dacht: als ik klaar ben, heb ik een mooi spaarpotje. Niet dus. Ik stond niet stil bij de consequenties. Althans, niet lang genoeg. Ik ging te veel van het goede van de mens uit. Ik was te goedgelovig, het klonk allemaal zo overtuigend. Ze vertellen exact wát je wil horen." Petta kende dan ook de rijke jaren, die inmiddels voorbij zijn. "Ik heb ze allemaal gehad: Audi, Mercedes. Porsche. Net als ontelbare horloges en de mooiste kleren. Auto’s, ik had er niks mee. Maar je gaat erin mee. Ik hoef niet alles te hebben om gelukkig te zijn. Ik woon nu in een klein appartementje, heb warm water en elektriciteit. Dat is genoeg voor me. En nee, ik kan niet alles kopen wat ik wil, maar wel brood. Dat kan niet iedereen in de wereld zeggen.” Hij is tevreden met zijn huidige levenswijze. “Het is allemaal zo betrekkelijk, weet je. Je kan al jouw geld toch nooit meenemen, de hemel in. Dus eigenlijk betekent het niks", besluit hij.

Lees meer: