Ulrich van Gobbel biecht op: "Had geen doel meer in mijn leven"

Ulrich van Gobbel
Ulrich van Gobbel Foto: © Pro Shots

Toen Ulrich van Gobbel in 2002 door blessureleed noodgedwongen zijn profcarrière moest beëindigen, viel het doek niet alleen op het voetbalveld. Ook in zijn persoonlijke leven begon een zware, onvoorspelbare periode. De oud-Feyenoorder en Oranje-international, bekend om zijn keiharde tackles en onverschrokken spel, bleek buiten het veld vooral mens te zijn.

"Ik ben heel erg zoekende geweest", vertelt Van Gobbel openhartig tegenover Voetbal International. De overgang van topsporter naar het ‘gewone’ leven bleek voor hem een enorme klap. "Nu zeg ik: had ik maar een plan gehad voor na mijn loopbaan. Dan had ik al die problemen niet gehad. Het lukte me gewoon niet mijn leven te leiden. Jarenlang was ik alleen maar bezig de top te halen als voetballer. En opeens had ik niks meer. Wat moest ik? Op school kon ik niet goed meekomen, dus ik had geen enkele opleiding. Ik wist me geen raad meer."

Wat volgde was een periode van verwarring, twijfel en negatieve publiciteit. De media doken gretig op verhalen over vermeende verslavingen en conflicten met instanties. Hoewel Van Gobbel deze verhalen krachtig ontkent, "onzin", zegt hij stellig. Van Gobbel kon hij de energie niet opbrengen om zich publiekelijk te verweren. "Ik had geen doel meer in mijn leven", zegt hij. "En dat werd alleen maar versterkt door alle berichtgeving in de media."

Die periode bracht ook oude angsten naar boven. In de straten waar hij ooit als jongen op zijn crossfiets doorheen scheurde, komt hij terug op een pijnlijke herinnering. "Weet je waar ik vooral bang voor was?", herhaalt hij. "Ik was bang dat ik net zo zou worden als mijn vader. Dat ik gekke dingen zou gaan doen. Ik begon mezelf op een bepaald moment zó zielig te vinden. Het zal toch niet gebeuren dat ik straks ook vrouwen ga slaan of nog ergere dingen met ze doe?, vroeg ik me af."

Van Gobbel vertelt hoe zijn verleden hem begon in te halen. Jarenlang had hij zijn vader weggestopt, genegeerd in de roes van een topsportcarrière. Maar toen alles wegviel, kwamen de spoken van vroeger terug. "Als voetballer had ik jarenlang niet aan mijn vader gedacht. Maar eenmaal in dat zwarte gat, spookte hij steeds maar weer door mijn hoofd. In alle paniek en onmacht die ik voelde, vreesde ik echt dat ik hem achternaging."

Lees meer:
0 reacties