Van der Gijp geniet: "Het is zó'n verschrikkelijk lieve man"

"Ik was het weekend in Gorredijk, Friesland", begint Van der Gijp in de podcast KieftJansenEgmondGijp. "Met Riemer en Gertjan Verbeek. En weet je wat je dan toch hebt? Dat zijn twee van zúlke aardige klanten, dat je in de auto op de terugweg denkt: 'die moet ik eigenlijk twee of drie keer per jaar zien'. Terwijl ik ze al een jaar of tien niet gezien had. Je wordt vrolijk van ze, er komen zinnige teksten uit..."

"Zo'n Riemer moet je twee of drie keer per jaar zien, want hij is nu 83, hè!", gaat de oud-voetballer verder. "Ik had hem tien jaar niet gezien, maar hij begint meteen van: 'Hey Gijp! Héy kleine Gijp!' Maar ook met oprechte interesse. Of 'kleine Gijp' nog naar school ging en wat hij nu doet. Het is zó'n verschrikkelijk lieve man. Ik wilde nog wel een discussie met hem aangaan, maar dat had ik niet moeten doen."

"Ik zei namelijk dat ik nooit heb begrepen dat hij per se op zijn 66ste wilde stoppen", legt hij uit. "Daar was hij op zijn 63ste al mee bezig. Ik zei dat ik dat enorm obsessief vond, omdat je een beroep als voorzitter van een voetbalclub kunt doen totdat je geen zin meer hebt. SC Heerenveen is zijn club, zijn leven. Hij vertelde dat hij de club achterliet met een goed elftal, een goede trainer, genoeg geld, volle tribunes en 400 mensen in een wachtrij voor een skybox."

"Maar ik zei dat hij ook tot zijn 76ste door had kunnen gaan. Hij is nu 83, maar ziet eruit om door een ringetje te halen. Straks had hij er na een jaar spijt van gekregen, dat hij is gestopt. Foppe de Haan en hij zijn de twee ultieme uithangborden van SC Heerenveen. Die twee zíj́n de club", aldus Van der Gijp.